Dit keer dus een vegan gado gado. Niet helemaal mijn opzet want een eitje erbij is toch wel lekker. We kwamen er alleen pas na de afwas achter dat ik ze vergeten was... Echt gemist waren ze dus niet, die eitjes.
Een goede gado gado staat of valt met de pindasaus. Nu is het bij mijn saus vaak zo dat deze schift. Aangezien dat redelijk makkelijk op te lossen is met een scheutje koud water of kokosmelk maakte het me niet zo veel uit waarom maar het blijkt te komen doordat de saus aan de kook komt. Hierdoor worden de oliën in de pindakaas te vloeibaar en scheidt het zich van de rest. Al kwam ik ook een stuk tegen van een Indische meneer die beweerde dat een geschifte saus vele malen lekkerder was dan een saus die niet warm genoeg was. Hij vond dat het schiften van de saus zorgde voor een vollere smaak en dat de smaak van de andere ingrediënten beter tot hun recht kwamen.
Ook nog erg belangrijk is de kwaliteit kokosmelk. In de supermarkt neem ik altijd de fair trade kokosmelk. Deze hoor je niet wanneer je het blik schudt en dat is juist goed. Dat betekent dat het vette deel is gescheiden van het waterige deel. Het eerste kun je eraf scheppen en gebruiken in de saus, het dunne deel gebruik je dan om de saus aan te lengen of 'ontschiften'. Zo wordt ie echt het allerlekkerst!
Je hebt nodig voor 2.5 persoon:
Leuk om te vermelden: Noora liep al drie dagen heel hard om gado gado te zeuren :). Haar tante had het met kerst gemaakt en sindsdien is ze fan. Ze is vooral dol op de zachte lichtzoete smaak van de spitskool samen met de pindasaus. Voor haar had ik wat alfalfa op haar bord daar dat minder pittig is dan radijskiemen. En alhoewel de saus iets pittig was kon ze het goed hebben en haar bord was sneller op dan het onze, een unicum!
Een goede gado gado staat of valt met de pindasaus. Nu is het bij mijn saus vaak zo dat deze schift. Aangezien dat redelijk makkelijk op te lossen is met een scheutje koud water of kokosmelk maakte het me niet zo veel uit waarom maar het blijkt te komen doordat de saus aan de kook komt. Hierdoor worden de oliën in de pindakaas te vloeibaar en scheidt het zich van de rest. Al kwam ik ook een stuk tegen van een Indische meneer die beweerde dat een geschifte saus vele malen lekkerder was dan een saus die niet warm genoeg was. Hij vond dat het schiften van de saus zorgde voor een vollere smaak en dat de smaak van de andere ingrediënten beter tot hun recht kwamen.
Ook nog erg belangrijk is de kwaliteit kokosmelk. In de supermarkt neem ik altijd de fair trade kokosmelk. Deze hoor je niet wanneer je het blik schudt en dat is juist goed. Dat betekent dat het vette deel is gescheiden van het waterige deel. Het eerste kun je eraf scheppen en gebruiken in de saus, het dunne deel gebruik je dan om de saus aan te lengen of 'ontschiften'. Zo wordt ie echt het allerlekkerst!
Je hebt nodig voor 2.5 persoon:
- 150g basmatirijst
- 1/2 spitskool, in grove stukken
- 1/4 bloemkool, in roosjes
- 200g sperziebonen, schoon en gehalveerd
- 50g radijskiemen of taugé
- 1el rijstolie (of zonnebloem)
- een duim gember, schoon en heel fijngehakt
- 2 tenen knoflook, schoon en heel fijngehakt
- 1/2 groene peper, fijngehakt (evt de andere helft in ringetjes als hete garnering)
- 1 sjalot, fijn gesnipperd
- 1 theelepel sambal badjak (geen oelek)
- 2el ketjap manis (van de toko)
- 1 blik fair trade kokosmelk
- 3 flinke eetlepels goede pindakaas
- gebaken uitjes
- seroendeng (kokos-pinda strooisel)
- kroepoek
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Doe de stukken spitskool in een metalen zeef en zet even weg. Blancheer de boontjes, voeg na een paar minuten de bloemkool toe, kook nog 3 minuten en giet af over de spitskool. Zo krijgt deze een lichte garing. Zet de zeef op een bordje in de oven en draai deze op 60 graden. Zo blijft de groente warm wat ik zelf erg prettig vind. Door het aanhangende vocht droogt het niet uit.
Voor de pindasaus verwarm je de eetlepel olie in een kleine pan met dikke bodem op laag vuur. Voeg de gember, knoflook, peper en sjalot toe en laat onder regelmatig roeren goudbruin worden. Laat het niet verbranden! Doe er de sambal bij en roer een minuutje door. Voeg de ketjap en het dikke van de kokosmelk toe en doe er wanneer het half is opgelost ook de pindakaas door. Warm even goed door onder constant roeren. Wanneer de saus te dik is voeg je wat van het dunne kokoswater toe (of gewoon koud water).
Serveer door de groentes gescheiden op de borden te leggen samen met de rijst. Leg er een grote pluk kiemen op en overgiet met een flinke lepel saus. Maak af met de uitjes en seroendeng en eventueel wat ringetjes groene peper. Lekker met kroepoek.
Selamat makan!
Leuk om te vermelden: Noora liep al drie dagen heel hard om gado gado te zeuren :). Haar tante had het met kerst gemaakt en sindsdien is ze fan. Ze is vooral dol op de zachte lichtzoete smaak van de spitskool samen met de pindasaus. Voor haar had ik wat alfalfa op haar bord daar dat minder pittig is dan radijskiemen. En alhoewel de saus iets pittig was kon ze het goed hebben en haar bord was sneller op dan het onze, een unicum!
Comments
Post a Comment